Klassenmanagement voor leerkrachten in het primair onderwijs
KM

Instructie: de leerling als shareholder

We zien lesgeven meestal als een verantwoordelijkheid van leerkrachten. Natuurlijk heeft zij daarin ook een heel belangrijke rol. Maar wanneer ook de leerlingen daarbij betrokken worden wint de les aan kracht en zijn de motivatie en leeropbrengsten groter.
De leerling wordt daarmee eigenaar van zijn eigen leerproces. Leerlingen kunnen een actieve rol krijgen op alle gebieden van klassenmanagement, maar zeker bij de instructie.

Bij het voorbereiden van de instructie leveren de ideeën van leerlingen waardevolle informatie over wat zij al weten, hun interesses en hun verwarring. Zij kunnen goed aangeven wat zij vinden van het tempo, de moeilijkheid, het nut van de instructie en hun behoefte aan verduidelijking. Bovendien leren de leerlingen ook heel veel van het deelnemen aan de besluitvorming in de klas.

Toeristen of burgers in de klas?

Op veel scholen is er in de onderbouw nog veel ruimte voor kinderen om ontdekkend te leren en zelf beslissingen te nemen over de leeractiviteiten (hoekenwerk). Naarmate kinderen ouder worden en hun vermogens om keuzes te maken toeneemt, nemen in de hogere klassen de mogelijkheden om zelf te beslissen over wat je leert en hoe vaak af. De op vertrouwen en steun gerichte benadering verwordt steeds meer tot een op volgzaamheid en gehoorzaamheid gerichte benadering.
Dan zien we eerst zo leergierige en enthousiaste leerlingen wegzakken in een afwachtende en consumptieve houding. Zij zijn, in de woorden van Jerome Freiberg, tot 'toeristen' in de klas verworden en zijn geen betrokken 'burgers' meer. Een burger voelt zich betrokken, heeft invloed op de gang van zaken, neemt verantwoordelijkheid en participeert actief, in de klas of in de samenleving.

Leerlingen kunnen heel goed meebeslissen over de gedragsregels in de klas, de dagindeling, projecten die uitgevoerd kunnen worden, de planning van het curriculum, de planning van toetsen en het evalueren van de gang van zaken en de veiligheid in de klas.
Ook zijn zij sterker betrokken bij het lesgeven en leren als zij ook zelf verantwoordelijkheden krijgen in de klas. Denk bijvoorbeeld aan het klaarleggen van materialen voor een project, het opnemen van de presentie, het informeren van afwezige leerlingen, het maken van vragen voor een toets.

Aandacht, samenwerking en organisatie

Aandacht: Voor echte aandacht is nodig dat er geluisterd en nagedacht wordt en dat de leerling vertrouwd wordt en gerespecteerd wordt. Het kind in zijn waarde laten terwijl het gedrag gecorrigeerd wordt, is een belangrijke eerste stap. Leerlingen hebben positieve voorbeelden voor een dergelijke aandacht nodig, zowel van volwassenen als van elkaar.

Samenwerking: Helpen, elk zijn deel laten doen en gezamenlijk verantwoordelijk zijn voor planning en uitvoering leiden tot het gevoel gezamenlijk eigenaar te zijn, tot betrokkenheid en tot grotere mogelijkheden voor zelfdiscipline van leerlingen. Organisatie: De leerlingen en de leerkracht zijn samen verantwoordelijk voor de taken in een klas, waarmee er meer kostbare tijd voor instructie en leren beschikbaar is en de zelfdiscipline van leerlingen vergroot wordt.

Organisatie: Leerkracht en leerlingen stellen aan het begin van het schooljaar regels voor leergedrag op die gebaseerd zijn op gezamenlijke behoeften en inbreng, en die regels blijven het hele jaar van kracht. Dit gaat met behulp van een 'grondwet' waaraan elke leerling deelneemt. Het document wordt opgesteld door iedereen in de klas, inclusief de leerkracht. Een dergelijke ervaring stelt leerlingen in staat uit te testen waar hun eigen waarden liggen en een belangrijke brug te slaan naar hun toekomstige rol in de maatschappij.

Overname van gegevens is met bronvermelding toegestaan.
© Nederlands Centrum Onderwijs & Jeugdzorg