GIP staat voor: Groeps- en Individueel gericht Pedagogisch en didactisch handelen van de leerkracht. Het GIP-model combineert didactiek en een pedagogische aanpak en wordt wel omschreven als leerling-gericht klassenmanagement.
Het GIP-model richt zich op het werken in de klas, maar ook op schoolontwikkeling. Het GIP-model helpt leerkrachten in het regulier én speciaal onderwijs om te gaan met verschillen tussen kinderen op leer- en gedragsgebied en het aanbieden van gedifferentieerd onderwijs.
Het GIP-model is in 1996 ontwikkeld door het Gemeentelijk Pedologisch Instituut (nu De Bascule, cluster speciaal onderwijs en zorg). In samenwerking met het Seminarium voor Orthopedagogiek (Hogeschool Utrecht) zijn cursussen en invoeringstrajecten uitgevoerd en is het materiaal doorontwikkeld. De vernieuwde opzet van 2007 heeft de naam GIP-XL gekregen, waarbij XL staat voor 'excellent'.
Het GIP-model kent vijf inhoudelijke thema's, die op elkaar voortbouwen. Het bestrijkt hiermee alle terreinen van het onderwijs.
Zowel de Bascule als Hogeschool Utrecht biedt trainingen aan voor schoolteams voor werken met het GIP-XL-model.
Daarnaast is een publicatie met videomateriaal beschikbaar en het cursusmateriaal bevat diverse werkmaterialen, voorbeelden, stappenplannen, schema's, enzovoort.
De basis van de GIP-trap wordt gevormd door 'organisatie' en 'zelf plannen'. Het groen gearceerde deel van de GIP-trap vormt het voorwaardelijke deel. Op basis hiervan kunnen de leerstof, de instructie en de emotionele- en sociale ontwikkeling afgestemd worden op de behoeften van de leerlingen.
'Zelfstandigheid' (in de verticale kolom) is een centraal begrip binnen het GIP-model, dat bij elk thema terugkomt. Bij elk thema leert een kind zelfstandig problemen aan te pakken en het eigen gedrag te sturen. Zelfstandigheid gaat hier dus veel verder dan zelfstandig werken in de klas.
Het thema 'leerlingvolgsysteem' overlapt ook met alle thema's en het betekent dat wordt nagegaan in hoeverre een leerling deze vaardigheden beheerst, ook op het gebied van gedrag. Dit gaat dus veel verder dan het klassieke leerlingvolgsysteem.
Het GIP-model biedt de mogelijkheid om stap voor stap het aanbod binnen de school systematisch vorm te geven. Omdat het alle terreinen van het onderwijs bestrijkt ontstaat een samenhangend geheel van werkwijzen en inhouden en een doorgaande lijn door de hele school heen. Daarmee draagt het ook bij aan schoolontwikkeling.
Voor de opleiding van aankomend leerkrachten biedt het programma de mogelijkheid om gefaseerd te leren, startend met de voorwaardelijke thema's en verdiepend naar de differentiatiemogelijkheden in instructie en pedagogisch aanbod.
Beoordeling programma volgens principes integraal klassenmanagement | ||
1. | van fragmentarisch naar integraal; organisatie, instructie, gedrag | |
2. | van instrumenteel naar persoonsgecentreerd | |
3. | van disciplinering naar zelfsturing | |
4. | van interventies naar preventie | |
5. | van 'toerist' naar 'burger' | |
6. | van focus op het kind naar een lerende schoolgemeenschap | |
7. | van éénrichtingsverkeer (overdracht) naar interactief leren | |
8. | van leerkrachtgecentreerd naar gezamenlijke verantwoordelijkheid | |
9. | van het kind als probleem naar de leerkracht doet ertoe | |
10. | van incidentbestrijding naar doelgericht cyclisch werken |
Meer informatie:
De Bascule, Cluster Speciaal Onderwijs & Zorg, J.G. Roozendaal en M.E. Visser-Meijman
Het GIP-model
Hogeschool Utrecht, Seminarium voor Orthopedagogiek, Lesley Druiventak
Klassenmanagement en werken met Gip XL