PAD staat voor Programma Alternatieve Denkstrategieën, een leerplan voor de sociale en emotionele competentie in de basisschool. PAD is gebaseerd op het Amerikaanse Promoting Alternative Thinking Strategies (PATHS). PATHS is ontwikkeld door Greenberg en Kusché om de sociaal-emotionele ontwikkeling van dove en slechthorende kinderen in de basisschoolleeftijd te bevorderen. Daarna is het verbreed naar het basisonderwijs en speciaal onderwijs.
PAD is in eerste instantie door het FODOK (Nederlandse Federatie van Organisaties van Ouders van Dove Kinderen) vertaald, aangepast aan de Nederlandse situatie en uitgegeven.
Na invoering in het dovenonderwijs is de verantwoordelijkheid overgedragen aan het Seminarium voor Orthopedagogiek, dat PAD in samenwerking met Trimbos Instituut, TNO Kwaliteit van leven, NIGZ en GGD-Nederland herschreven heeft en geschikt heeft gemaakt voor andere doelgroepen in regulier en speciaal onderwijs. Het Seminarium organiseert ook cursussen en praktijkbegeleiding.
PAD heeft tot doel de sociaal-emotionele ontwikkeling van kinderen in de basisschoolleeftijd te stimuleren.
Door een langdurig, systematisch en hiërarchisch opgebouwd leerplan leren kinderen zelfcontrole toepassen, gevoelens verwoorden en zelfstandig problemen oplossen.
Het PAD-leerplan is preventief en als interventieprogramma bruikbaar. Het heeft twee hoofddoelstellingen:
De hoofddoelstellingen zijn onder te verdelen in subdoelstellingen. Die zijn uitgewerkt naar vier centrale thema's:
In de groepen 1 tot en met 8 zijn de thema's zelfcontrole, gevoelens en probleemoplossen als een hiërarchie herkenbaar: in de lagere groepen ligt de nadruk op het leren van zelfcontrole, bij de middengroep op het omgaan met gevoelens en bij de oudere groepen gaat het vooral over probleemoplossen.
De handleiding voor de docenten geeft informatie over o.a. de filosofie en inhoud van het leerplan, suggesties voor het werken, invoering en praktijkbegeleiding, betrekken van ouders en het Ouderhandboek.
Opbouw van een les
Bij elke lesbeschrijving worden de volgende onderdelen beschreven: inhoud, doel, materiaal, tip, belangrijk, de introductie van de les en de opdrachten.
Leeractiviteiten
Er worden verschillende werkvormen gebruikt: spelletjes spelen, rollenspelen, klassengesprekken, hanteren van de ' Vraag en Antwoord Bus'. Er worden in het leerplan geen concrete aanwijzingen voor evaluatie en toetsing gegeven.
Materialen
Er zijn materialen ontwikkeld om het leerplan uit te voeren, zoals een handleiding voor docenten, schildpadpoppen (handpoppen), emotiekaartjes en emotiegezichtjes.
Eerst wordt er met hypothetische en weinig gecompliceerde voorbeelden gewerkt. Dan behandelt de leerkracht zo snel mogelijk reële situaties die de kinderen meemaken of meegemaakt hebben om transfer te bevorderen. Zo is er bijvoorbeeld een 'vraag- en antwoorddoos' waarin kinderen een briefje met een eigen probleem kunnen doen, dat ze graag met de klas of alleen met de leraar zouden willen bespreken. Ook de leerkracht bespreekt geregeld een eigen probleempje en verwoordt steeds zijn oplossingsstrategie.
Het leerplan wordt afgesloten met een aantal lessen over meer complexe probleemsituaties, waarin ook normen en waarden een belangrijke rol spelen. Begrippen als vertrouwen, verantwoordelijkheid, een eigen mening hebben komen dan aan de orde.
Hoewel het PAD-leerplan een schoolprogramma is, is de betrokkenheid van ouders een belangrijk gegeven. Het kind zal bijvoorbeeld de geleerde emotionele vaardigheden ook thuis gaan toepassen. Veel ouders vinden het moeilijk of zijn onmachtig om hier op de juiste manier op in te spelen.
Het leerplan biedt daarom diverse mogelijkheden om ouders te informeren:
Beoordeling programma volgens principes integraal klassenmanagement | ||
1. | van fragmentarisch naar integraal; organisatie, instructie, gedrag | |
2. | van instrumenteel naar persoonsgecentreerd | |
3. | van disciplinering naar zelfsturing | |
4. | van interventies naar preventie | |
5. | van 'toerist' naar 'burger' | |
6. | van focus op het kind naar een lerende schoolgemeenschap | |
7. | van éénrichtingsverkeer (overdracht) naar interactief leren | |
8. | van leerkrachtgecentreerd naar gezamenlijke verantwoordelijkheid | |
9. | van het kind als probleem naar de leerkracht doet ertoe | |
10. | van incidentbestrijding naar doelgericht cyclisch werken |
Meer informatie:
PAD-leerplan