Klassenmanagement voor leerkrachten in het primair onderwijs
KM

Praktijkvragen

Als je beginnende (maar ook meer ervaren) leerkrachten vraagt waarin zij in hun dagelijkse onderwijspraktijk het meest handelingsverlegen zijn, noemen zij spontaan de omgang met gedragsproblemen van leerlingen. Maar welke gedragsvraagstukken komen leerkrachten dan tegen? Welke ondersteuning bij de aanpak van gedragsproblemen missen zij en aan welke ondersteuning hebben zij behoefte?
Naar onder meer deze vragen is onderzoek gedaan in het basisonderwijs, speciaal- en voortgezet (speciaal) onderwijs. Uit de eerste antwoorden van ruim 300 leerkrachten van 15 basisscholen in 2014 komen de volgende gegevens naar voren.

Gedragsvraagstukken

De meest voorkomende gedragsproblemen die leerkrachten tegenkomen hebben betrekking op een slechte werkhouding, weinig motivatie of zwakke leerprestaties (42%) van leerlingen, druk, overbeweeglijk, impulsief gedrag (37%), dwars of brutaal gedrag (37%), wisselende buien (31%), en vormen van agressie (30%).
Andere uitingsvormen zoals moeilijk contact leggen, stil en gesloten gedrag, en weinig zelfvertrouwen en faalangstig worden minder genoemd.

Handelingsverlegenheid

Aan de hand van de zeven competenties van de SBL2, die elementaire aspecten van lerarenbekwaamheid in kaart brengen, is geïnventariseerd welke handelingsverlegenheid leerkrachten ervaren in hun omgang met leerlingen met gedragsproblemen.

  • Twee derde van de leerkrachten (67%) ervaart bij gedragsproblemen een mate van handelingsverlegenheid op het vlak van hun (ortho)pedagogische competentie. Het is voor leerkrachten dan niet altijd even duidelijk wat een effectieve gedragsaanpak van individuele leerlingen is, soms ook omdat de problemen nog niet zijn gediagnosticeerd of niet bij de leerkracht bekend zijn.
  • Bij 59% van de leerkrachten treedt een mate van handelingsverlegenheid op als het gaat om de interpersoonlijke competentie. Er is dan geen goede sfeer in de klas, of het ontbreekt aan goede samenwerking tussen leerlingen en de leerkracht heeft problemen met ongewenste interacties met of tussen leerlingen in de groep.
  • Circa een vijfde noemt (daarnaast) ondervonden handelingsverlegenheid bij drie andere competenties: de samenwerking met ouders, vakinhoudelijke/didactische competenties, en organisatorische competenties.

Gewenste ondersteuning

Acht van de tien leerkrachten (80%) rapporteren dat zij ondersteuning van de directie, collega's, externe deskundigen of ouders hebben gemist in hun omgang met leerlingen met gedragsproblemen. Bij 35% van deze groep leerkrachten ontbreekt het aan kennis en praktische tips hoe je omgaat met gedragsproblemen in de klas. Gefundeerde kennis en vooral informatie die relevant is voor de leerkracht in de klas en die suggesties bevat die uitvoerbaar zijn, aan hun doel beantwoorden en een hoge gebruikswaarde hebben in het onderwijs, zijn niet of nauwelijks voorhanden.

Programma klassenmanagement

Het programma klassenmanagement wil in deze behoefte van leerkrachten aan bruikbare kennis en informatie voorzien. Allereerst door deze website met bouwstenen, tips, oefeningen en achtergrondinformatie. Daarnaast wordt er met de pabo's gewerkt aan het onderbrengen van deze bouwstenen in de opleidingen voor leerkrachten.

Overname van gegevens is met bronvermelding toegestaan.
© Nederlands Centrum Onderwijs & Jeugdzorg